PowerArchiver heeft een eenvoudig maar krachtig hulpmiddel voor het backuppen van bestanden. Dit hulpmiddel heet PowerArchiver Backup.
Met behulp van een wizard maakt u .pbs backup scripts die het programma later kan uitvoeren. De wizard begeleid u stap voor stap door het proces. U voegt bestanden toe en stelt de opties in. De scripts kunt u ook laten uitvoeren door de Windows Taakplanner op vooraf ingestelde tijdstippen of momenten. Lees hieronder verder hoe dit in zijn werk gaat.
Om een nieuw auto-backup script aan te maken, klikt u op „Nieuw” in de knoppenbalk en kiest vervolgens „PowerArchiver Auto-Backup script” in het veld „Opslaan als”. Voer de naam voor het PABE script in en sla het bestand op.
U kunt ook in het menu kiezen voor „Extra > PowerArchiver Backup > Maken/Bewerken”.
Let op! PowerArchiver Backup script bestanden worden opgelsagen met de extensie ”.pbs”.
In het nu volgende scherm geeft u de naam en de inhoud van het backup archief aan.
„Voer naam en pad voor het backuparchief in” - klik op de bladerknop, selecteer een doelmap en voer de naam van het backuparchief in. Als u een bestaand bestand opgeeft wordt dit overschreven!.
„Bestandslijst” - Er zijn afzonderlijke knoppen voor toevoegen „Bestand…” en „Map…”. Met behulp van deze knoppen selecteert u de bestanden en mappen die u wilt backuppen. Als u iets geselecteert heeft wordt dit aan de bestandslijst toegevoegd. Wilt u een item uit de lijst verwijderen, dan kunt u dit item selecteren en op de knop „Verwijder” drukken.
„Neem submappen mee” - Alleen als dit vak is aangekruist worden onderliggende mappen van de geselecteerde mappen meegenomen in de backup.
„Filters” - U kunt filters vastleggen waaraan de te backuppen bestanden dienen te voldoen. Deze filters worden alleen toegepast op de geselecteerde mappen, niet op de geselecteerde bestanden. Het is niet verplicht gebruik te maken van filters.
Heeft u de selectie afgerond, klik dan op „Volgende”.
In dit scherm kunt u de instellingen van de backup aanpassen.
Geen van de opties zijn verplicht. U kunt, indien gewenst, direct op de knop „Volgende” klikken.
„Compressieformaat” - Hier geeft u het voor de backup te gebruiken archiefformaat aan. Het laatst gebruikte formaat is geactiveerd. U kunt een ander formaat aanklikken. Wij adviseren het ZIP formaat voor backups.
„Compressie” - Geef aan welke compressieverhouding u wenst. De mogelijkheden zijn afhankelijk van het gekozen formaat. Wij adviseren de maximale compressie.
„Beveilig met wachtwoord” - U kunt uw backupbestand met een wachtwoord beveiligen (alleen beschikbaar bij ZIP archieven). Als u dit doet, onthoud dan dit wachtwoord. U kunt alleen bestanden uit uw backup terughalen als u over het wachtwoord beschikt.
„AES 128-bit” - Stelt AES ZIP compatibel versleuteling in. (alleen mogelijk als u voor beveiliging met wachtwoord kiest)
„Toevoegen tijdmarkering aan backup archief” - U kunt een tijdmarkering aan de bestandsnaam toevoegen zodat het eenvoudiger is uw backups uit elkaar te houden. De standaard instelling is „_YMDHmS” in combinatie met „Achtervoegen”. U kunt hier de volgende instellingen doen:
„_YMDHmS” geeft weer welke tijdmarkering aan het bestand wordt toegevoegd
„Y” - het huidige jaar (bv. „2002”)
„M” - de huidige maand (bv. „07” als het juli is)
„D” - de huidige dag (bv. „1”)
„H” - het uur (bv. „15” voor 3 uur namiddag)
„m” - de minuten
„S” - de seconden
„WW” - de dag van de week (bv. „zondag”)
„Achtervoegen” - Geef aan of de tijdmarkering voor of achter de bestandsnaam geplaatst moet worden.
„Sla relatieve mapinformatie op” - het relatieve pad wordt opgeslagen (in plaats van het volledige pad).
„Geef bericht als backup voltooid is” - Laat een bericht zien nadat de backup is afgerond.
„Op achtergrond uitvoeren als vanuit Windows opgestart” - Maakt het mogelijk een backup volledig op de achtergrond uit te voeren, als u deze opstart met de Taakplanner of door te dubbelklikken op het script. Deze optie is vooral erg handig voor backups die u door de Taakplanner laat uitvoeren. Die kunnen dan immers worden uitgevoerd zonder dat u achter de PC zit.
Nadat u de opties hebt ingesteld, gaat u verder door op „Volgende” te klikken.
Bestandstijd opties - Dit zijn filters gebaseerd op de datum van de te backuppen bestanden. Deze functie is bedoeld voor de gevorderde gebruiker. Indien gewenst kunt u dit onderdeel overslaan door op de knop „Volgende” te klikken.
„Mee te nemen bestanden” - bestanden die voldoen aan het her opgegeven filter worden meegenomen in de backup. Bijvoorbeeld: U wilt alleen bestanden backuppen die de laatste 7 dagen zijn aangemaakt. U kiest „Nieuwer dan” en geeft „7” op bij het aantal dagen.
Zip Opties - extra instellingen die alleen beschikbaar zijn als u in het ZIP formaat backupt.
„Schrijf direct in Zip” - schrijf direct in het backup archief (zonder gebruik te maken van een tijdelijke map)
„Alleen toevoegen als „Archief” attribuut aan staat” - Alleen bestanden waarvan het „Archief” attribuut gezet is worden gebackupt.
„Archief attribuut” - verwijder het Archief attribute van het bestand nadat het gebackupt is.
„Maak groot ZIP bestand (> 4
GB)” - maakt een PkZip 4.5 compatibel zipbestand dat groter kan zijn dan 4
GB en meer dan 65,555 bestanden kan bevatten. Denk er aan dat dit bestand alleen geopend kan worden door een programma dat de PkZip 4.5 standaard ondersteund.
„Automatisch over meerdere schijven verdelen” - voor als u naar verwisselbare media backupt. Als het medium niet voldoende vrije ruimte bevat, wordt automatisch gevraagd om een nieuwe doelschijf als de voorgaande vol is.
„Origineel backupbestand niet verwijderen” - het reeds bestaande backup archief wordt niet verwijderd. PowerArchiver voegt nieuwe bestanden aan het archief toe en werkt bestaande bij. Het werkt identiek aan de standaard Toevoegen (en vervangen) optie in het hoofdvenster van PowerArchiver.
Klik nu op „Volgende”.
De FTP optie van PowerArchiver maakt het mogelijk de backup naar een FTP server te uploaden. Dit is optioneel, u kunt deze pagina overslaan door op „Volgende” te klikken.
Om van de FTP functie gebruik te maken, vinkt u het vakje „Upload backup archief na comprimeren naar FTP server” aan. Als het vakje is aangevinkt worden de opties actief.
FTP Profiel - Kies een reeds opgeslagen
FTP profiel of maak een nieuw aan door op „Nieuw…” te klikken. Een profiel dat u hier aanmaakt wordt opgeslagen zodat u het overal binnen PowerArchiver kunt oproepen.
Bestandsinformatie - hier geeft u de lokale en remote bestandsnaam op. (Alleen voor gevorderde gebruikers) Klik hier voor meer informatie over PowerArchiver's
FTP profielen en opties.
Ga verder door op „Volgende” te klikken.
U ziet nu een overzicht van alle instellingen.
U kunt nog de volgende optie aankruisen:
Klik op „Backup” om de backup te starten.
Opmerking:
U kunt tijdens het maken van de instellingen op ieder moment op „Sluiten” klikken om de backup voorbereiding af te sluiten. De gemaakte instellingen worden opgeslagen in uw PowerArchiver Backup script bestand (.PBS).
Meer over PowerArchiver Backup leest u hier.